Orthotrope stalen brugdekken zijn door hun extreem laag eigen gewicht in vergelijking met hun draagkracht vaak toegepast in bruggen met grote overspanningen. Over het algemeen is dit type brugdek opgebouwd uit een aan een brugdek gelast rasterwerk van gesloten longitudinale verstijvers en transversale verstijvers. Door dit complex samenspel en de bijhorende grote hoeveelheid lassen, heeft dit type brugdek te lijden aan verschillende scheurgevoelige locaties. Als een gevolg van een gebrekkige beheersing van het werkelijke vermoeiingsgedrag, zijn de klassieke vermoeiingsberekeningen gebaseerd op conservatieve S-N curves. Om het gedrag beter te kwantificeren, is het gebruik van breukmechanica voorgesteld in dit doctoraat.
In een eerste verificatie van het vermoeiingsprobleem werd het gebruik van een analytisch eXtended Finite Element Model voorgesteld. Hieruit werd geconcludeerd dat een realistisch scheurpatroon enkel kan bekomen worden indien de eigenspanningen ten gevolge van de lasprocedure geïmplementeerd worden in het model. Deze eigenspanningen zijn dan ook zowel analytische als experimenteel gevalideerd, wat de nauwkeurigheid van de vermoeiingsberekeningen ten goede kwam. In een tweede verificatie is gebruik gemaakt van vermoeiingsproeven. De gemeten vermoeiingsleeftijd en bijhorende scheurpropagatie leidde tot een kalibratie van het initiële eindige element model, waardoor het mogelijk werd om zeer nauwkeurig het hele vermoeiingsproces beter te interpreteren. | |