Internationaal is er een toenemende bewustwording van het belang van evaluatie in ruimtelijke planning. We stellen echter vast dat het aanbod aan evaluatie in het ruimtelijk beleid, zeker in Vlaanderen, nog beperkt is. Dit doctoraat onderzoekt de mogelijkheden voor evaluatie in die ruimtelijke planning. Het is een pleidooi om af te stappen van de louter statische manier van evalueren en in plaats daarvan in te zetten op meerdere statische en dynamische evaluatiebenaderingen doorheen het besluitvormingsproces. Hierdoor wordt evaluatie herdacht tot een reflex in plaats van een (mogelijke) verplichting.
De situationele benadering van evaluatie is er een die het veranderende speelveld van actoren en het planningsonderwerp meeneemt, situatie-afhankelijk en variabel doorheen de tijd. Het is een reactie op de tweeledige uitdaging voor evaluatie in het ruimtelijk beleid: het combineren van een continu, lerend systeem (flexibiliteit) en het afleggen van verantwoording door aftoetsing op bepaalde momenten (robuustheid). | |