Een van de uitdagingen is het nauwkeurig en efficiƫnt modelleren van de invloed van kruip op de doorbuiging. Betonbalken zijn gedurende de levensduur onderhevig aan allerlei tijdsafhankelijke fenomenen, waarbij krimp en kruip van beton en relaxatie van het voorspanstaal de voornaamste zijn. Deze effecten veroorzaken extra vervormingen en een herverdeling van de interne spanningen. De lokale vervormingen binnen een doorsnede kunnen waarden bereiken die een aantal keer groter zijn dan de aanvankelijke elastische vervormingen en dit kan gedurende de levensduur ongewenste bruikbaarheidsproblemen en uiteindelijk schade aan constructie-onderdelen veroorzaken. De voorspelling van tijdsafhankelijke vervormingen is bovendien vaak gecompliceerd vanwege complexe constructieprocessen die worden gekenmerkt door talrijke belastingsstappen als gevolg van externe belastingen en wijzigingen van de constructie zelf als gevolg van bijvoorbeeld constructiemethoden zoals de vrije vooruitbouw. Om de vervormingen nauwkeurig te kunnen voorspellen, is het belangrijk om voldoende rekening te houden met het tijdsafhankelijke gedrag van het betonelement.
Het ontwerp en de analyse van betonconstructies in Europa wordt uitgevoerd met behulp van vereenvoudigde berekeningstechnieken zoals beschreven in de Eurocodes. Geavanceerde numerieke modellen worden echter steeds toegankelijker en laten een meer realistische evaluatie van de tijdsafhankelijke vervormingen toe, waarbij rekening wordt gehouden met het niet-lineaire materiaalgedrag en de tijdsafhankelijke effecten. In dit doctoraatsonderzoek worden simulaties uitgevoerd op basis van verschillende krimp- en kruipmodellen van beton om de langeduurvervormingen en -spanningsverdelingen van (gewapende en voorgespannen) betonbalken te onderzoeken. De praktische toepasbaarheid van verschillende tijdafhankelijke berekeningsmethoden om het kruipgedrag van gewapende en voorgespannen betonelementen te modelleren wordt onderzocht, i.e. op basis van vereenvoudigde analytische uitdrukkingen, de snedemethode, de verplaatsingenmethode en eindige-elementenberekeningen.
| |