In Vlaanderen is meer dan 60% van het bestaande brugpatrimonium gebouwd voor 1981 en meer dan 25% zelfs voor 1945, waardoor een aanzienlijk budget wordt besteed aan het onderhouden en herstellen van deze constructies. Daarom trachten ingenieurs steeds betere tools te ontwikkelen om rationeel gefundeerde beslissingen te maken met betrekking tot de besteding van de beschikbare budgetten. In het bijzonder worden daarbij nauwkeurigere berekeningsmethoden ontwikkeld die toelaten de resterende levensduur van bestaande constructies in te schatten. Hierbij is er nood aan een methodologie om de betrouwbaarheid van bestaande (soms gecorrodeerde) betonconstructies in te schatten, rekening houdend met informatie van inspecties en monitoring.
In dit proefschrift is aangetoond hoe op basis van (een combinatie van) verschillende types meetdata en visuele waarnemingen de degradatietoestand van een bestaande betonconstructie kan worden ingeschat. Een betere inschatting van deze degradatietoestand leidt ook tot een betere beoordeling van de constructieve veiligheid en de resterende levensduur, die tevens worden gekwantificeerd. Verder is een rekenmethode uitgewerkt om strategieƫn voor monitoring van (bestaande) constructies te optimaliseren, rekening houdend met de kosten over de gehele levenscyclus van de constructie. Zo kunnen de beschikbare budgetten zo optimaal mogelijk worden benut.
| |