Een fundamenteel doel zou zijn om autonome voertuigen op eenvoudige wegen (bv. snelwegen) dicht opeen te kunnen laten rijden, dankzij een coöperatieve regeling van hun besturingsalgoritmes. Bij een dergelijke coöperatieve sturing meten wagens hun onderlinge afstanden, en wisselen ze mogelijks onderling informatie uit. Op deze manier kunnen ze op gezamenlijke, gedistribueerde wijze een lager brandstofverbruik, dichter gepakt verkeer bij hoge snelheden, of verhoogd comfort en veiligheid voor de passagiers bereiken.
In essentie komt het erop neer om een groot peloton, of een lange keten voertuigen zich te laten voortbewegen als \'e\'en enkel lichaam, waarbij ieder deeltje (voertuig) de bewegingen van het leidend voertuig trouw volgt, en tegelijkertijd de onderlinge afstand tussen buren heel dicht bij een doelwaarde gestabiliseerd blijft. Een regelsysteem ontwerpen dat tegelijkertijd aan specificaties van zowel prestatie, robuustheid als stabiliteit voldoet is duidelijk een hele evenwichtsoefening; zeker voor grootschalige systemen zoals een heel peloton voertuigen. Wellicht een grotere verrassing is het feit dat enkel en alleen het garanderen van de begrensdheid van de afwijkingen op de gewenste afstand tussen voertuigen, onafhankelijk van de lengte van de keten, op zich al een heus probleem vormt. Deze centrale observatie werd in de literatuur geformaliseerd als ``string (in)stability'', door ons vrij vertaald als ``keten-(in)stabiliteit'', en heeft sindsdien de aandacht genoten van theoretische onderzoekers in de regeltechniek voor gedistribueerde systemen.
Het hoofddoel van dit proefschrift is om onze kennis van het fenomeen keten-(in)stabiliteit te vervolledigen. | |