Om het lot van de moderne Iraanse architectuur in haar maatschappelijke kader te analyseren en te begrijpen, is het belangrijk om de context van de moderniteit te schetsen. Daarom beginnen we met een beknopt overzicht van de maatschappelijke veranderingen in Iran sinds het einde van de negentiende eeuw. Tijdens de monarchie van Reza Shah Pahlavi (1925-1941) ontstond er een sterke, centrale regering in Iran. Zijn moderniseringsproject zag een nieuwe generatie opstaan die zich bewust was van de nieuwe democratische mentaliteit van de regering. In 1963, tijdens de regeerperiode van zijn zoon Muhammad Reza Shah (1941-1979), vereisten de maatschappelijke veranderingen verschillende vernieuwde sociale, economische en stedelijke beleidsvormen, dit was de Shah en het Volk of de Witte Revolutie. Vanaf dat moment werden stadsplanning en architectuur politieke instrumenten om verdere publieke samenkomsten en demonstraties in de kiem te smoren. Stedelijke bouwprojecten moesten deze richtlijnen volgen en veranderden het stadskarakter van Teheran. Het implementeren van moderne architectuur in niet-Westerse landen had ook een ander gevolg: de moderniteit zelf. Dit bracht niet alleen maatschappelijke uitdagingen met zich mee, maar dwong het regime ook om moderne politieke ideeën overeen te laten komen met de moderne en/of traditionele architecturale vormgeving. Deze uitdagingen op het einde van het Pahlavi-tijdperk golden zowel voor architecten als voor politici. Hun architecturale ideeën sijpelden door in het onderbewuste van de maatschappi | |