De ontwikkeling van artificiële draagstructuren voor het herstellen van beschadigd weefsel, voortkomend uit de combinatie van celbiologie, chemie en materiaalkunde is een veel bestudeerde strategie binnen de onderzoeksdiscipline weefselregeneratie. De meeste extracellulaire proteïnes hebben een vezelstructuur met dimensies gaande van nanometer tot sub-micrometer. Mede hierdoor heeft het electrospinnen van polymeren heel wat aandacht gekregen, aangezien het draagstructuren genereert met een hoge mate van biomimetisme. Niettegenstaande zijn de meeste synthetische nanovezelstructuren gekenmerkt door een gebrek aan cel-interactiviteit, voornamelijk door hun hoge hydrofobiciteit. Binnen deze dissertatie wordt er gekeken hoe niet-thermische plasma technologie kan ingezet worden als een kost-efficiënte, flexibele en ecovriendelijke oppervlakmodificatiestrategie om de oppervlakeigenschappen van nanovezels te gaan optimaliseren. De verkregen resultaten binnen dit werk hebben aangetoond dat een weloverwogen selectie aan plasmabehandelingen in staat is verschillende soorten functionele groepen te incorporeren op het oppervlak van de vezelmatten zonder deze te gaan beschadigen en zo het cel-nanovezel gedrag kunnen sturen. Voor het eerst is er ook een beeld kunnen gevormd worden over hoe deze behandelingen een invloed hebben op de proteïne interacties met de behandelde vezels, wat dan weer de cel-interacties aanstuurt. Dit onderzoek toont aan dat plasmatechnologie een essentiële rol kan spelen binnen de discipline van de weefselregeneratie. | |