Terugschrijdende erosie (BEP: Backward Erosion Piping) en fluïdisatie zijn kritieke bedreigingen voor waterkerende constructies. BEP vormt een bedreiging voor de stabiliteit van dijken, wat mogelijk kan leiden tot het instorten van de constructie, terwijl fluïdisatie, veroorzaakt door opwaartse stroming in een zandbed, risico's zoals pijpvorming en lekkage met zich meebrengt. Aanvankelijk presenteert dit onderzoek kleinschalige laboratoriumtests voor fluïdisatie, waarbij het hydraulische gedrag en geometrie van de holte worden onderzocht. Uit de analyse blijkt dat hogere relatieve dichtheden (RD) correleren met een grotere weerstand tegen bodemfluïdisatie en een aanzienlijk grotere faalextentie wordt gemeten in tests met hoge RD en fijnere zandmonsters. Met de focus verschoven naar BEP, benadrukken dijkdoorbraken en kwetsbare dijksecties de noodzaak voor verbeterde veiligheidsmaatregelen. Dit onderzoek introduceert een nieuwe maatregel, de grofzandbarrière (CSB: Coarse Sand Barrier), die bestaat uit het vervangen van bestaand zand door grof zand direct onder de deklaag om de bovenstroomse pijpprogressie te belemmeren. Door middel van tests op verschillende schalen (kleinschalige, middelgrote en grootschalige) toont de CSB een verhoogde weerstand tegen BEP. Deze studie onderzoekt de invloed van een CSB op het erosieproces en presenteert een conceptueel model. Het benadrukt het belang van driedimensionale analyse voor het begrijpen van pijpafmetingen en erosiemechanismen tijdens BEP. | |