Het hoofddoel van het doctoraatsonderzoek was het onderzoeken van slaapkamerventilatie en de impact ervan op de slaapkwaliteit. Het documenteert hoe slaapkamerbewoners de luchtkwaliteit in de slaapkamer en hun slaapkwaliteit beoordelen, samen met fysieke parameters en objectieve slaapkwaliteitsmetingen.
Om dit doel te bereiken, werden literatuuronderzoek, vragenlijstonderzoek, veldmetingen en interventiestudies uitgevoerd. CO2-niveaus werden gemeten als een marker van ventilatie. De waargenomen luchtkwaliteit werd beoordeeld door de bewoners van de slaapkamers. De subjectieve slaapkwaliteit werd beoordeeld door de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) en de Groningen Sleep Quality Index (GSQS). Objectieve slaapkwaliteit werd gemeten door slaapvolgers of thuispolysomnografie. Objectieve parameters voor slaapkwaliteit omvatten slaapefficiƫntie, slaapstadia, slaaptijd, aantal ontwaken, enz. Statistische modellen en machine learning werden gebruikt om de gegevens te analyseren. Slaapkamerbewoners rapporteerden benauwde lucht als een slaapstoornis en degenen die sliepen met een raam of een deur open hadden een betere subjectieve slaapkwaliteit dan degenen die sliepen met raam en deur gesloten. Desalniettemin zijn getemperde niveaus van CO2 mogelijk niet schadelijk voor de diepe slaap.
| |