Het doctoraat beoogt een nieuw licht te werpen op het project voor de modernisering van de
wegen dat zich tussen 1889 en 1962 in België voltrok. In die periode werd een groot aantal van de aarde- en kassei-wegen omgevormd tot asfalt- en betonwegen om aan de vereisten van de groeiende hoeveelheid gemotoriseerd vervoer te beantwoorden. Een taak die traditioneel toegeschreven wordt aan de ingenieurs van het Ministerie van Openbare Werken.
Dit onderzoek vertrekt vanuit de premisse dat een bredere groep aan actoren bijdroeg aan de herpositionering van de weg in de maatschappij die met deze moderniseringsoperatie gepaard ging. Een waaier aan verenigingen van automobilisten, toeristen, ingenieurs, industriëlen, aannemers, academici die zichzelf bij gelegenheid omschreef als Les Hommes de la Route, maakte gebruik van een aantal gemeenplaatsen om hun project communicabel en inzichtelijk te maken. Aan de hand van zes dergelijke plaatsen of topoi de stad, het landschap, het laboratorium, de conferentie, de straat, het museum - wordt een beeld geschetst van hoe het project voor de moderne weg ingeschreven werd in de publieke sfeer en zo een gediversifieerde rol speelde in de verstedelijking van de Belgische ruimte en maatschappij.
| |