Knieschijf-luxaties gaan gepaard met verschillende anatomische afwijkingen ter hoogte van het bot en de weke delen. De belangrijkste uitlokkende factor is een afvlakking van de groeve onderaan het dijbeen, waarin de knieschijf op en neer glijdt tijdens het buigen en strekken van de knie. Vormafwijkingen van deze groeve (trochleodysplasie) komen voor in verschillende variaties, die ingedeeld kunnen worden in 4 klassen. Hoe deze vormvariaties van de groeve de kniefunctie precies beïnvloeden is niet bekend
In het eerste deel van dit doctoraatsonderzoek werd de vorm van een deel van het kniegewricht onderzocht aan de hand van 3D knie-modellen van patiënten. De modellen werden onderworpen aan een analyse op basis van manueel aangeduide referentiepunten en aan een statistische vormanalyse
In het tweede deel werd een nieuwe onderzoeksmethode ontwikkeld om vormafwijkingen van het bot met 3D-printing na te bootsen in kadaverknieën. Er werden kadaver-specifieke prothesen gemaakt, gekenmerkt door verschillende vormafwijkingen. Door deze gemodificeerde kadaverknieën te onderwerpen aan een reeks experimenten kon het effect van de vormafwijkingen onderzocht worden.
De methoden toegepast in dit onderzoek werpen een nieuwe blik op vormvariaties van de groeve en hun invloed op de kniefunctie. Daarenboven kunnen deze vernieuwende methoden ook aangewend worden om andere aspecten van deze en andere aandoeningen te onderzoeken.
| |