Doctoraat in de ingenieurswetenschappen: architectuur

Architectuur, een gebruiksaanwijzing. Theorie, kritiek en geschiedenis sinds 1950 volgens Geert Bekaert


Doctorandus Publieke verdediging
Naam: Christophe Van Gerrewey   Datum: Woensdag 21/05/2014 om 17:00 
Adres: vakgroep Architectuur en Stedenbouw (EA01)
Jozef Plateaustraat 22, 9000 Gent
  Lokatie: auditorium M van het Plateaugebouw, faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur, eerste verdieping, Rozier 44, 9000 Gent
Contact FEA: info.ea@ugent.be   Taal: Nederlands

Curriculum
Burgerlijk ingenieur-architect (UGent, 2005)
MaNaMa Literary Science (KULeuven, 2006)

Promotor
Emiel De Kooning
Bart Verschaffel

Examencommissie
em. prof. Jan Van Campenhout
Emiel De Kooning (EA01)
Bart Verschaffel (EA01)
Karen De Clerck
Michiel Dehaene, Universiteit Gent, Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur, EA01 - Vakgroep Architectuur en Stedenbouw, Jozef Plateaustraat 22, 9000 Gent
E: michiel.dehaene@ugent.be
Arjen Oosterman
Wim Van den Bergh
Koos Bosma
Lara Schrijver
Maarten Delbeke

Onderzoeksthema

Geert Bekaert, geboren in 1928 in Kortrijk, is de belangrijkste, meest gezaghebbende en productiefste architectuurcriticus in het Nederlandse taalgebied. Dit proefschrift is een analyse en een synthese van de meer dan 1500 teksten die Bekaert sinds 1950 schreef. Na een inleiding over de denk- en schrijfmethode van Bekaert, worden er zes thema's onderscheiden, die telkens in relatie tot de architectuur worden beschreven: religie, wonen, maatschappij, geschiedenis, stad en cultuur. Deze thema's volgen elkaar chronologisch op, maar zijn vaak ook tijdens verschillende decennia van belang. In de jaren vijftig schrijft Bekaert vooral over de modernisering van de religieuze kunst en de kerkbouw. In de jaren zestig komt de nadruk te liggen op het wonen en het dagelijkse leven. De vraag of de architect nog een publiek heeft wordt belangrijker tijdens de jaren zeventig. In de postmoderne jaren tachtig worden de geschiedenis, het verleden en de monumentenzorg cruciale onderwerpen. Vanaf de jaren negentig is het de ontwikkeling van de moderne stad die op de voorgrond treedt, en aan het einde van de twintigste eeuw - aansluitend bij vandaag - wordt de architectuur een zelfstandige cultuurvorm, met eigen gewoontes, kwaliteiten en problemen.


Taal proefschrift
Nederlands

Documenten