Het concept van brein-computer interfaces (BCI) bestaat ondertussen al een tijdje en werd mogelijk gemaakt door twee zeer belangrijke uitvindingen van de 20ste eeuw, nl. het electroencephalogram (EEG; Hans Berger, 1929) en de transistor met de daaropvolgende digitale revolutie. Het was Jacques J. Vidal, een Belg, die zichzelf voor het eerst, in 1973, de vraag stelde of het mogelijk was om elektrische hersensignalen als informatiedrager te gebruiken voor communicatie tussen mens en machine. Het idee van brein-computer interfaces was geboren.
De interesse in dit onderzoeksgebied kent echter pas de laatste 10 jaar een sterke groei. Dit komt mede door het interdisciplinaire karakter van dit onderwerp en de toenemende interesse vanuit andere disciplines zoals machine learning.
Dit proefschrift is in eerste instantie een verkenning van dit steeds populairder wordende onderzoeksgebied. Verder bestuderen we uitbreidingen op bestaande algoritmen, zowel voor signaalverwerking als patroonherkenning, om de gewenste informatie te extraheren uit de ruwe EEG signalen. In het proefschrift worden ook de pijnpunten van huidige BCI systemen geduid en wordt een voorbewerkingsalgoritme voorgesteld die de nodige calibratietijd (één van de pijnpunten in BCI) probeert te reduceren door gebruik te maken van informatie ingebed in de signalen van andere subjecten. | |