Dit doctoraatsonderzoek focust op de initiële stadia van aorta-aneurysma, een locale verwijding van de aorta (het belangrijkste bloedvat) die tot een plotse dood kan leiden wanneer ze scheurt. Ondanks het feit dat aneurysma-ruptuur 1-2% van alle sterfgevallen in geïndustrialiseerde landen veroorzaakt, is niet geweten waarom de ziekte vooral in de ascenderende aorta (vlak na het hart) en de abdominale aorta (ter hoogte van de nieren) ontstaat. Doel van het onderzoek was om na te gaan of de bloedstroming op deze locaties verstoord is bij muizen die een aneurysma ontwikkelen, aangezien deze dieren zich veel beter lenen tot longitudinaal onderzoek dan patiënten. In eerste instantie werd de bestaande methodologie om de bloedstroming in muizen te simuleren uitgebreid naar in vivo toepassingen, zodat dezelfde muis op verschillende tijdstippen kon onderzocht worden. Hierbij werd gebruik gemaakt van de nieuwste beeldvormingstechnologieën voor kleine proefdieren. De nieuwe methodologie liet toe om de invloed na te gaan van enkele van de meest voorkomende aannames en vereenvoudigingen in de literatuur. Vervolgens werd de ontwikkelde methodologie toegepast in een muismodel voor aneurysmavorming, waarbij werd aangetoond dat een verstoorde hemodynamica wel degelijk een rol lijkt te spelen in aneurysmavorming in de ascenderende aorta, maar niet in de abdominale aorta. | |