Stalen I-liggers kunnen door middel van een eenvoudige snij- en lasoperatie omgevormd worden tot raat- of cellenliggers met zeshoekige of ronde openingen in de lijfplaat. Het voornaamste voordeel van deze liggers is hun economisch materiaalgebruik bij buiging om de zwakke as, maar ze worden ook aangewend uit esthetische overwegingen of om plaats te besparen in de verdiepingshoogte.
Voor wat betreft bezwijken door knik- en kipinstabiliteit zal het bezwijkgedrag kwalitatief hetzelfde zijn als dit van I-liggers. De grootte van de bezwijkbelasting echter zal beïnvloed worden door de gewijzigde geometrie en het effect van de fabricatieprocedure op de reeds aanwezige eigenspanningen. De huidige ontwerpregels voor deze instabiliteitsvormen spreken elkaar tegen, en bovendien werd in geen enkel onderzoek het effect van het gewijzigde eigenspanningspatroon in rekening gebracht, met mogelijk zeer onveilige consequenties.
In dit werk wordt de invloed van de productiemethode op de eigenspanningen experimenteel bepaald, en wordt een eigenspanningspatroon voorgesteld. Hieruit blijkt dat het productieproces een nadelige invloed heeft op de eigenspanningen en de corresponderende bezwijkbelasting. Vervolgens werd het bezwijkgedrag verder onderzocht in een uitgebreide numerieke parameterstudie. Gebaseerd op de resultaten van dit onderzoek wordt een eerste voorstel voor ontwerpregels geformuleerd, passende in de huidige ontwerpregels van de Eurocode 3.
| |