Recente ontwikkelingen in de beeld- en videokwaliteit, sociale netwerken en virtuele netwerkopslag vereisen steeds meer bandbreedte en betrouwbaarheid. Om aan de eisen van deze diensten tegelijk te kunnen voldoen, moeten telecommunicatienetwerken voortdurend geüpgraded worden. Een belangrijk onderdeel hiervan in de uitrol van glasvezelkabels in het gehele netwerk, tot aan de huizen van de klanten (Fiber-to-the-Home – FTTH). Het investeringsprobleem dat deze uitrol stelt is echter geen puur technologische kwestie, maar gaat gepaard met heel wat strategische overwegingen en juridische onzekerheid. Dit proefschrift ontwikkelt specifieke techno-economische modellen ter ondersteuning van strategische beslissingen in het domein van FTTH. Omdat het grootste deel van de investering voor deze netwerken te vinden is in de uitrol van de fysieke infrastructuur, kunnen de bestaande investeringsbarrières worden verminderd door het delen van de infrastructuur tussen meerdere exploitanten. Dit vereist het opsplitsen van de verantwoordelijkheden voor FTTH-netwerken in drie rollen: de fysieke infrastructuur (graven van geulen en uitrol van kabels), actieve apparatuur (nodig om signalen te kunnen verzenden) en diensten (internet, digital televisie, enz.). De modellen in dit proefschrift laten toe om de kosten en baten voor deze conceptuele rollen afzonderlijk te evalueren, doch rekening houdende met de vereisten die interacties tussen deze rollen met zich meebrengen.