Overstromingsrisicos worden doorgaans beheerd door de overheid aan de hand van technische infrastructuren, zoals dijken, stuwen, etc. In de context van stijgende overstromingsrisicos bereikt deze eenzijdige technische benadering stilaan zijn grenzen. Deze vermindert immers vaak niet effectief het risico, omdat de impact van deze ingrepen vaak tegengewerkt worden door (ruimtelijke) ontwikkelingen door andere actoren. Meer en meer wordt er dus gekeken naar complementaire maatregelen buiten de grenzen van de waterlopen, waarbij ook andere actoren dan waterbeheerders een belangrijke rol spelen. Overstromingsbeheer is dan een activiteit van alle actoren die bijdragen tot de ruimtelijke ontwikkeling van overstromingsrisicos.
Daarom onderzoekt dit doctoraat wat de rol is van verschillende maatschappelijke actoren die direct en indirect bijdragen tot de ruimtelijke ontwikkeling van overstromingsrisicos. Het neemt het perspectief in van landgebruikers, in relatie tot het overstromingsbeleid en de marktactoren (bouw-, vastgoed- en verzekeringssector). Uit de analyse blijkt dat bewoners en marktactoren weinig proactief zijn en de verantwoordelijkheid voor het beheren van overstromingsrisicos bij de overheid leggen. Dit kan gekaderd worden in de hierboven geschetste overstromingsbeheerstraditie, die bewoners niet stimuleert om zelf hun risicos te beheersen. Er zijn enkele tekenen van zelforganisatie, maar deze worden te weinig ondersteund door het beleidskader. Daarom houdt dit doctoraat is een pleidooi om meer rekening te houden met de direct en indirecte effecten van beleidskeuzes op andere actoren. Enkel zo kunnen immers vruchtbare interacties tot stand komen. | |